Met behulp van de muis interageert de gebruiker met verschillende objecten op het beeldscherm: bestanden en mappen verplaatsen, selecteren, verwijderen en wijzigen. De muis is klaar voor gebruik zodra het besturingssysteem opstart. De werking van dit type apparaat kan worden aangepast via de instellingen.
instructies:
Stap 1
Als u de muis moet uitschakelen, hangt veel af van het model van de muis zelf. Als u een gewone muis gebruikt die via een kabel op de computer is aangesloten (muis met snoer), koppelt u deze fysiek los van de systeemeenheid. Als er een draadloze muis op de computer is aangesloten, controleer dan de kap van het apparaat. Er is een schakelaar waarmee u de muis aan en uit kunt zetten. Zet de tuimelschakelaar in de Uit-stand.
Stap 2
Er is een andere methode die geschikt is om alle apparaten op de computer in en uit te schakelen, niet alleen de muis. Roep de component "Systeem" op. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op het item "Deze computer" op het "bureaublad". Selecteer Eigenschappen in het contextmenu. Het vereiste venster wordt geopend.
Stap 3
Je kunt het op een andere manier aanroepen: klik in het menu "Start" met de rechtermuisknop op het item "Deze computer" in het hoofdmenu en selecteer de opdracht "Eigenschappen" in het vervolgkeuzemenu. Of open het "Configuratiescherm" en klik in de categorie "Prestaties en onderhoud" met de linkermuisknop op het pictogram "Systeem".
Stap 4
Ga in het dialoogvenster dat wordt geopend naar het tabblad "Hardware". Klik op de knop "Apparaatbeheer" in de groep met dezelfde naam. Deze actie zal een extra dialoogvenster openen. Zoek de tak "Muizen en andere aanwijsapparaten" in de lijst met apparaten.
Stap 5
Vouw de vertakking uit door op het [+]-pictogram links van de regel te klikken of door te dubbelklikken. Selecteer de naam van uw muis in de uitgevouwen boomstructuur en klik er met de rechtermuisknop op. Selecteer in het contextmenu de opdracht Uitschakelen.
Stap 6
U kunt ook het venster met apparaateigenschappen openen door te dubbelklikken op de regel met de naam. Ga in het venster Eigenschappen naar het tabblad Algemeen en stel de groep Apparaattoepassing in op Dit apparaat is niet in gebruik (uitgeschakeld). Klik op OK om de nieuwe instellingen toe te passen.
Stap 7
Als de tak "Muizen en andere aanwijsapparaten" meerdere apparaten met dezelfde naam weergeeft, herhaalt u de beschreven stappen voor elk van de apparaten. De muis wordt vergrendeld. Gebruik vervolgens de toetsen op het toetsenbord om de actie uit te voeren.