Met het lokale netwerk kunt u de werkruimte in de onderneming organiseren. Dankzij een dergelijk netwerk hebben alle gebruikers op het lokale netwerk toegang tot internet.
Noodzakelijk
Meerdere personal computers (minstens 2), geïnstalleerd besturingssysteem, Ethernet-netwerkkabel (twisted pair)
instructies:
Stap 1
Allereerst moet u ervoor zorgen dat er een wachtwoord is ingesteld op uw pc's (op accounts). In het geval dat je het niet hebt, moet je het zeker plaatsen. Anders kunt u veel verschillende beveiligingsproblemen hebben. U kunt als volgt een wachtwoord instellen: "Start" paneel, "Configuratiescherm" opent. Vervolgens moet u in dit paneel de velden vinden: "Gebruikersaccounts" en het item "Uw wachtwoord wijzigen" selecteren.
Stap 2
Het is absoluut noodzakelijk om alle computers hun eigen naam te geven. Om een naam aan een personal computer toe te wijzen, moet u het pictogram "Deze computer" zoeken en er met de rechtermuisknop op klikken. Selecteer "Eigenschappen" in het contextmenu dat verschijnt. Vervolgens moet u het tabblad "Geavanceerde systeeminstellingen" vinden, waar zich een veld "Computernaam" bevindt. Dit veld is onderhevig aan verplichte wijzigingen. In de overeenkomstige regel moet u als computernaam PC1 invoeren (op andere computers PC2, PC3, enz.). Nadat de naam aan de computer is toegewezen, moet u het vakje aanvinken dat de computer lid is van de werkgroep en daar WORKGROUP invoeren. Start vervolgens uw computer opnieuw op.
Stap 3
Nadat de computers een naam hebben gekregen, moet u ook een IP-adres toewijzen (aan elke computer). Om dit te doen, moet u het "Netwerkcentrum" vinden in het "Configuratiescherm". Selecteer verder op het tabblad "Wijzigingen in adapterparameters" het lokale netwerk (mag niet worden gemarkeerd met een rood kruis). Door met de rechtermuisknop te klikken, gaat u naar "Eigenschappen". De volgende velden worden hier gespecificeerd: "Internet Protocol versie 4" en "Gebruik het volgende IP-adres". Voer in het veld IP-adres 192.168.0.26 in.
Stap 4
Nadat de IP-adressen en namen zijn toegewezen, kunt u beginnen met het testen van de communicatie tussen computers. Dit punt is niet minder belangrijk, omdat u na het controleren van de verbinding tussen de computers kunt begrijpen of het lokale netwerk werkt. De controle kan worden gedaan door het cmd-commando in te voeren, dat is geschreven in de regel "Uitvoeren". Nadat de opdrachtregel is geopend, moet u de opdracht ping 132.168.0.26 in het venster invoeren en vervolgens op Enter drukken. Als er een reactie wordt ontvangen van de eerste computer, betekent dit dat er een verbinding is tussen de twee computers. De controle moet worden uitgevoerd met andere computers die zich op hetzelfde lokale netwerk bevinden. Als er van elke computer een reactie komt, kun je aan de slag. Anders moet u naar een fout zoeken.