Een Wi-Fi-router of router is een netwerkapparaat dat fungeert als een gateway tussen computers en een hogesnelheidsmodem. Een wifi-router is ook een draadloos toegangspunt tot internet. Om dit apparaat te configureren, moet u verbinding maken met een modem en een computer.
Het is nodig
- - een computer;
- - hogesnelheidsmodem;
- - Wifi router;
- - 2 Ethernet-kabels.
instructies:
Stap 1
Koppel de modem los van de stroomvoorziening en sluit deze met een ethernetkabel aan op de router. Gebruik hiervoor de internet- of modempoort aan de achterkant van de router, deze bevindt zich meestal naast de voedingspoort en is gemarkeerd met een kleur of label. Verwijder de kabel tussen de modem en de computer als deze eerder was geïnstalleerd.
Stap 2
Zet uw computer uit. Neem een andere Ethernet-kabel. Sluit het ene uiteinde ervan aan op de netwerkconnector aan de achterkant van de computersysteemeenheid. Steek het andere uiteinde van de kabel in een van de genummerde poorten op uw router. Welke poort je kiest maakt niet uit.
Stap 3
Sluit de modem aan op de voeding en zet hem aan, wacht tot de modem verbinding heeft gemaakt met de server van uw internetprovider, dit kan 1-2 minuten duren. Een geslaagde verbinding wordt aangegeven door indicatoren op het voorpaneel van het apparaat. Sluit de router aan op de voeding en zet hem aan, wacht tot de router een verbinding met de modem tot stand heeft gebracht, de succesvolle verbinding wordt gesignaleerd door de lampjes op het voorpaneel van de router. Zet nu uw computer aan. Sluit de apparaten in die volgorde aan, anders werkt de internetverbinding mogelijk niet.
Stap 4
Open een internetbrowser en voer het adres van de router in de adresbalk in. Het IP-adres van de router is te vinden in de documentatie bij het apparaat of op de officiële website van de fabrikant. Als gevolg hiervan wordt u naar de pagina met routerinstellingen geleid. Om toegang te krijgen tot de instellingen zelf, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. Meestal wordt het woord admin gebruikt als login en het woord wachtwoord als wachtwoord. Het wachtwoordveld kan ook leeg worden gelaten. Lees de documentatie bij het apparaat voor exacte informatie over login en wachtwoord.
Stap 5
Op de instellingenpagina kunt u de naam van het draadloze netwerk wijzigen - SSID, het type codering om het netwerk te beschermen, en ook een wachtwoord instellen voor toegang tot het draadloze netwerk. Nadat u de nodige instellingen hebt gemaakt, klikt u op de knop Toepassen of Opslaan.
Stap 6
Als er een schijf bij de router is geleverd, installeer dan de programma's die erop staan, ze vereenvoudigen de installatie van het apparaat. Probeer de router dichter bij het midden van de kamer te installeren, zo ver mogelijk van de muren, zodat het signaal ervan het meest stabiel is.