Het internet kan een van de grootste ontdekkingen van de 20e eeuw worden genoemd. Het World Wide Web heeft het leven van mensen veranderd door de toegang tot informatie uit te breiden en contacten op afstand gemakkelijker te maken. De geschiedenis van internet is iets meer dan 60 jaar oud - in deze tijd is intercomputercommunicatie van een gewaagd en bijna fantastisch idee een alledaagse realiteit geworden.
De eerste lokale netwerken
Voor het eerst werd het idee om een informatienetwerk tussen computers te creëren in 1960 geuit door Joseph Lyklider, hoofd van de computerafdeling van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid. In 1962 publiceerde hij samen met zijn collega Welden Clark het eerste wetenschappelijke artikel over online communicatie.
6 jaar nadat het idee geuit was, begonnen de eerste praktische ontwikkelingen. De voorloper van internet was het ARPANET-project. Het is ontwikkeld op basis van de laboratoria van het Massachusetts Institute of Technology en de University of Berkeley. In 1969 werd het eerste datapakket over het ARPANET verzonden.
Over het eerste communicatiekanaal konden alleen kleine tekstberichten worden verzonden, omdat de computers niet krachtig genoeg waren.
Het netwerk is geleidelijk geëvolueerd. In 1981 waren er meer dan 200 computers op aangesloten, voornamelijk gerelateerd aan wetenschappelijke instituten en laboratoria. Sinds de jaren zeventig begon de ontwikkeling van speciale software voor computercommunicatie op afstand. Een van de eerste dergelijke programma's is geschreven door wetenschapper Steve Crocker. ARPANET bestond autonoom tot 1983, waarna dit netwerk werd aangesloten op het TCP/IP-protocol en onderdeel werd van het toekomstige wereldwijde internet.
Naast het ARPANET ontstonden ook andere LAN-projecten. In Frankrijk werd het informatie- en wetenschappelijke netwerk CYCLADES ontwikkeld, gelanceerd in 1973. Even later verscheen Fidonet - het eerste netwerk dat echt populair werd onder amateurgebruikers.
Aanmaken van TCP/IP en WAN
Degenen die probeerden lokale netwerken te creëren, kregen uiteindelijk te maken met het probleem van incompatibiliteit van protocollen voor gegevensoverdracht. Dit probleem werd opgelost bij het Stanford Research Institute, waar in 1978 het TCP/IP-protocol werd ontwikkeld. Halverwege de jaren tachtig had dit protocol alle andere binnen het ARPANET vervangen.
De naam internet zelf verscheen in de jaren zeventig in verband met de ontwikkeling van het TCP/IP-protocol.
In de tweede helft van de jaren tachtig zette de consolidatie van lokale netwerken door. De LAN's van NASA en andere Amerikaanse overheidsorganisaties zijn overgestapt op TCP/IP. Europese wetenschappelijke instituten begonnen zich aan te sluiten op het gemeenschappelijke netwerk. Aan het einde van de jaren tachtig waren de landen van Azië en de staten van het socialistische blok aan de beurt - het eerste netwerk dat wijdverspreid was in de USSR was Fidonet, maar het internet begon na verloop van tijd een steeds grotere rol te spelen.
Sinds de jaren negentig is internet niet langer uitsluitend een instrument van wetenschappers en overheidsorganisaties - het aantal amateurgebruikers begon te groeien, wat tot op de dag van vandaag voortduurt.