De uitvinding van internet in de vorm waarin het tegenwoordig bekend is, is niet het werk van één persoon. Veel mensen hebben meegewerkt aan de totstandkoming en ontwikkeling van internet. Het idee voor de oprichting van het World Wide Web wordt toegeschreven aan Leonard Kleinrock, een Amerikaanse ingenieur en wetenschapper.
In mei 1961 publiceerde Kleinrock een artikel met de titel "The Flow of Information in Widespread Communication Networks". In 1962 werd de Amerikaanse wetenschapper Licklider de eerste directeur van het Information Processing Technology Office (IPTO) en stelde hij zijn visie op het netwerk voor. De ideeën van Kleinrock en Licklider werden ondersteund door Robert Taylor. Hij stelde ook het idee voor om een systeem te creëren dat later bekend werd als Arpanet.
Dit computernetwerk werd het prototype van het moderne world wide web.
De eerste stappen
In de late jaren 60 van de 20e eeuw begon het internet zich te ontwikkelen. In de zomer van 1968 besprak een werkgroep onder leiding van Elmer Shapiro vragen over hoe hostcomputers met elkaar kunnen communiceren.
In december 1968 publiceerde Elmer Shapiro, samen met het Stanford Research Institute, een paper met de titel "Exploring the Parameters of Computer Network Design". Dit werk werd gebruikt door Lawrence Roberts en Barry Wessler om de definitieve versie van een gespecialiseerde minicomputer (IMP) te maken.
Later ontving BBN Technologies een subsidie voor het ontwerpen en bouwen van een computersubnet.
In juli 1969 werd het ontstaan van internet bekend bij het grote publiek toen de University of California in Los Angeles een persbericht uitgaf.
In 1969 werd de eerste switch verscheept naar de University of California Los Angeles, en daarmee de eerste speciale minicomputer. In hetzelfde jaar wordt het eerste signaal van de schakelaar naar de computer gestuurd.
De opkomst van e-mail
De eerste e-mail werd in 1971 verzonden door computerprogrammeur Ray Tomlinson. Het eerste bericht werd verzonden tussen twee auto's die letterlijk naast elkaar stonden. Nadat het bericht met succes was verzonden, stuurde Ray Tomlinson e-mails naar zijn collega's waarin werd uitgelegd hoe dergelijke berichten moesten worden verzonden.
In de instructies voor het verzenden van e-mail werd verwezen naar het feit dat het "hond"-teken de gebruikersnaam en de naam van de computer van waaruit het bericht is geschreven, scheidt.
Dit is hoe Ray Tomlinson de maker van e-mail werd.
andere uitvindingen
Na de creatie van e-mail bleven wetenschappers met nieuwe uitvindingen komen.
In 1974 verscheen een commerciële versie van Aparnet, genaamd Telenet.
In 1973 stelt ingenieur Bob Metcalfe het idee voor om Ethernet te creëren.
In 1977 brengen Dennis Hayes en Dale Hatherington de eerste modem uit. Modems worden steeds populairder onder internetgebruikers.
Tim Berners-Lee heeft een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het moderne internet. In 1990 vond hij de HTML-code uit, die het uiterlijk van internet sterk beïnvloedde.
De meeste moderne internetbrowsers zijn afgeleid van de Mozaïekbrowser. Het is de eerste grafische browser die op het World Wide Web wordt gebruikt en is gemaakt in 1993. De auteurs zijn Marc Andreessen en Eric Bina.